Sierplanten
De voedingsbehoeften van het gewas worden aangepast aan het productiedoel, d.w.z. de gewenste kwaliteit, bijv. de plantgrootte en de groeiwijze.
De variëteit, oppotperiode en de teeltduur bepalen de hoeveelheid Basacote® die moet worden toegevoegd aan het substraat om aan de voedingsbehoeften te voldoen.
De kwaliteit van het irrigatiewater bepaalt welke oplosmeststof kan worden gebruikt en de hoeveelheid die moet worden toegediend. Kennis over het nutriëntengehalte van het water door middel van actuele analyses is daarom de eerste voorwaarde voor een succesvolle teelt.
Overblijvende planten, of planten die pas in het volgende voorjaar worden verkocht, kunnen eventueel bijbemest worden met traag werkende meststoffen zoals Floranid® of Triabon®.
Sporenelementen kunnen toegevoegd worden aan het substraat (Mix 300) of bijgestuurd (Fetrilon® Combi 1) worden tijdens de teelt.